De manier waarop je woorden en zinnen uitspreekt – denk aan intonatie, klemtoon, tempo – kan een groot verschil maken hoe je woorden door een ander worden opgevat. De een kan zich vereerd voelen waar een ander ze juist aanvallend opvat. Kortom, wat je zegt is niet altijd wat je bedoelt. Laat ik een simpel voorbeeld geven. Als je tegen iemand zegt: ”Ik vind je een enorme klootzak”, dan zal je dat niet in dank worden afgenomen. Reken maar op een kwade reactie. Zeg je daarentegen: “Je hebt een hele aparte persoonlijkheidsstructuur”, waarmee je eigenlijk hetzelfde zegt, dan krijg je misschien zelfs een bedankje.
In gesproken communicatie is het redelijk eenvoudig om precies te zeggen wat je bedoelt door een goed gebruik van intonatie, volume, gesprekstempo, articulatie en beklemtoning. Dit aspect van taalgebruik is dus belangrijk in zowel alledaagse gesprekken als in professionele communicatie. Intonatie verwijst naar de melodie of toonhoogte in onze spraak, terwijl beklemtoning verwijst naar de nadruk die we leggen op bepaalde woorden of delen daarvan.
Door je gesprekstempo te wisselen kun je iemands aandacht prikkelen of de belangrijkheid onderstrepen. In gesprekken onder vier ogen speelt ook lichaamstaal een belangrijke rol. Je kunt daarmee aangeven of je de boodschap wel of niet serieus moet nemen. Tijdens telefoongesprekken wordt intonatie, articulatie, volume, spreektempo en klemtoon, bij gebrek aan de visuele communicatie, een stuk lastiger. Je hebt immers geen lichaamstaal om nuances aan te brengen. Je overige spreekinstrumenten worden daardoor belangrijker.
Het wordt nog moeilijker om in geschreven taal de juiste toon te vinden die de boodschap overbrengt zoals je die ook bedoelt; of het nu om een brief, artikel, blog, boek of mail gaat. Dus, als je veel schrijft, hoe breng je dan daarin de juiste klemtoon, intonatie en het leestempo aan? …
Lees verder