Bedrijven beweren tegenwoordig meer dan ooit klantgericht te zijn, maar tegelijkertijd lijken veel grote organisaties systematisch bezig met wat je alleen maar ‘klantenmoord’ kunt noemen. Van energiemaatschappijen die zich verschuilen achter rigide systemen tot financiële instellingen die fouten van medewerkers afwentelen op klanten. Het patroon herhaalt zich naar mijn gevoel te vaak.
“Het systeem laat het niet toe.” Deze zin dient als ultieme doodsteek voor klantenservice. Je belt naar je bank omdat een medewerker jouw private lease-aanvraag over het hoofd heeft gezien. In plaats van excuses krijg je te horen dat je opnieuw moet beginnen. Geen compensatie, geen erkenning van de fout. Het systeem zit nu eenmaal zo in elkaar, punt uit….
Lees verder

In de jaren tachtig en negentig, lang voor het internettijdperk, ontdekte ik mijn eerste goudader: telefonische communicatie. Het lijkt nu misschien vanzelfsprekend, maar destijds bestond er nauwelijks literatuur over hoe telefonistes, secretaresses, telefonische verkopers of managers van telemarketing-afdelingen hun vak professioneel konden uitoefenen.
Ik schrijf boeken voor ondernemers, bestuurders en levenskunstenaars. Vaak kom ik in gesprek met zelfpublicerende schrijvers die worstelen met de verkoop van hun boek. Meestal gaat het dan over de centen: “Ik heb geen marketingbudget”.
Je hebt maandenlang aan je boek gewerkt. Elke avond achter de computer, weekenden opgeofferd, vrienden afgewimpeld. Het manuscript ligt er eindelijk. Nu moet je het alleen nog gepubliceerd krijgen.
Als schrijver en ghostwriter van inmiddels 32 zakelijke non-fictieboeken en biografieën, ervaar ik dagelijks hoe Nederland dit vakgebied negeert. Terwijl romanschrijvers regelmatig op tv verschijnen en interviews geven, blijven non-fictie schrijvers zoals ik redelijk onzichtbaar. Vakbladen als Onze Taal en Schrijven Magazine besteden geen aandacht aan non-fictie. Nieuwsmedia reageren niet op verzoeken aandacht aan dit genre boeken te besteden via interviews of publiciteit. Zelfs de veel gelezen huis-aan-huis bladen laten het erbij zitten zoals ik pas van een collega hoorde. Enfin, een profeet wordt al eeuwen in zijn vaderstad niet geëerd.