Politici staan erom bekend dat zij graag veel praten en met woorden spelen zonder eigenlijk veel te zeggen. Waar op een bepaalde vraag een simpel ja of nee voldoende zou zijn, nemen zij regelmatig uitvoerig de tijd voor een ontwijkend antwoord. Ik noem dat wel eens gekscherend ‘verbale diarree’. Ze maken gebruik van zinnetjes als:’ Zo had ik het niet bedoeld’ of ‘Ik heb het in een andere context gezegd.’ Bij kritiek wordt standaard het ‘Ik herken mij niet in de kritiek’ gebruikt. Met dergelijke uitspraken wordt het aan onze verbeeldingskracht overgelaten om te bepalen wat er nu eigenlijk gezegd wordt. Is het bagger of ruikt het naar Chanel nr. 5?
Dik en deftig doen
In de door onze koning voorgelezen regeringsverklaring op Prinsjesdag, mochten wij kennismaken met een betrekkelijk nieuw woord; participatiesamenleving. Na het voorlezen vielen politici over elkaar heen om hun opvatting over dit woord te geven. Logisch, want Van Dale heeft er geen formele definitie aan verbonden.
Er is even geen tijd voor het nemen van besluiten dus ‘parkeren’ we een bepaalde zaak en ‘gooien we iets over de schutting’ om iemand anders het probleem te laten oplossen. We gaan tegenwoordig niet meer voor de volle 100% ergens tegenaan, maar voor de volle 200%. Als er iets drastisch anders moet worden bekeken, staat het woord ‘paradigmashift’ een stuk interessanter. De vraag is alleen op wie we eigenlijk met ons taalgebruik indruk willen maken?
Taal is, net als het leven, in beweging en aan verandering onderhevig. Niets nieuws onder de zon zult u zeggen, maar waarom vindt u het dan nog nodig om in de 21ste eeuw taal te gebruiken uit de 19e eeuw? Loopt u nog steeds rond in de mode van die tijd? Rijdt u rond met paard en wagen? Doet u alles nog met een ganzenveer en perkament? Nee? Waarom maken er dan nog zoveel gebruik van oubollige taal? Overdrijf ik? Kijkt u dan uw brieven eens na op de volgende zinnen:
‘Naar aanleiding van uw geëerde schrijven’,
‘Hopende u hiermede van dienst te zijn geweest’,
‘Verblijven wij met de meeste hoogachting’.
Dit zijn slechts een paar voorbeelden van oubollige taal die nu nog steeds in brieven en offertes opduiken. Een taalgebruik uit de 19e eeuw! Welke indruk wekt u daarmee op uw lezers?
Gorillagedrag
‘Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg’ is een typisch Nederlandse uitdrukking. Deze geeft aan dat we ons bescheiden moeten opstellen, maar daar is niet altijd wat van te merken; kijkend naar teksten op websites en sociale profielen. Daar worden woorden gebruikt die veel overeenkomst met gorillagedrag vertonen; het zichzelf op de borst rammen om indruk op anderen te maken.
Iets zeggen is nog geen bewijs dat het zo is. Het bewijs daarvan is dat nog maar 14% van de lezers van advertenties ook werkelijk gelooft wat er staat. Dus, als u iets positiefs over uzelf en/of uw product of dienst schrijft, trekt 86% dat in twijfel. Zeker als u die tekst zelf heeft geschreven.
Overdrijven
Er wordt door zzp’ers veelvuldig in de ‘wij-vorm’ geschreven en heel bescheiden noemen ze zichzelf op visitekaartjes ‘CEO’, ‘Directeur’ of ‘President’. Daarmee krijg je de lachers wel op je hand, maar worden deze zzp’ers ook serieus genomen? Hoe vaak leest u op de profielen van sociale media niet dat iemand zich goeroe of expert noemt?Overdrijvingen in teksten werken meestal tegen de opsteller ervan en dat zal niet de bedoeling zijn.
Controlepunten
Wij leven in een tijd waarin meer teksten geproduceerd worden dan in alle eeuwen voor ons! Teksten worden via sociale media, blogs, websites, e-mail, digitale nieuwsbrieven en wat al niet meer, dagelijks onder miljoenen verspreid. Met welk doel? Uiteraard om ergens de aandacht van lezers op te vestigen! Het liefst op de eigen onderneming of werkzaamheden en dan wilt u natuurlijk het liefst positieve aandacht krijgen. Echter, niet iedereen die producten of diensten koopt is bekend met de binnen uw branche gebruikte vaktaal en als u daarmee geen rekening houdt, kan dat in uw nadeel werken.
Een bekende fout is dat teksten vaak vertellen wat iets is, maar niet wat het doet; wat het effect is. Ook dat is een bron van irritatie. Het is dus verstandig om uw teksten nog eens na te lopen op leesbaarheid en het effect daarvan op uw doelgroepen? Een jaarlijkse ‘Taal-APK’ kan beslist geen kwaad. Hierna treft u 10 tips aan voor een Taal-APK van de door u gebruikte teksten:
1. Controleer de lengte van zinnen. Bij gebruik van 17 tot 24 woorden per zin, is de boodschap duidelijker dan zinnen met meer woorden.
2. Controleer of u vaktaal gebruikt en vervang dit door, voor de leek, begrijpelijke taal.
3. Controleer hoe vaak u ‘moeilijke’ woorden gebruikt en vervang ze door eenvoudige.
4. Controleer hoe vaak u Engelse woorden gebruikt als: compliance, issue, mindfullnes, seo, human resources, under construction, sale, up to date etc. Vervang ze eens door Nederlandse woorden of begrippen. Zeker als uw doelgroep hoofdzakelijk in Nederland zit.
4. Controleer uw teksten op woorden met een negatieve lading. Ze zijn te herkennen aan het gebruik van de werkwoorden moeten en zullen.
5. Schrijven is schrappen. Controleer waar u overbodige woorden kunt schrappen en doe dat dan ook.
6. Controleer de klantvriendelijkheid in uw taalgebruik.
7. Controleer de duidelijkheid van uw teksten. Laat ze eens door een 14 jarige lezen. Deze leeftijdsgroep vertegenwoordigt het gemiddelde taalbegrip van onze bevolking.
8. Controleer of u naar de schrijver toe schrijft of vanuit uw positie. Voorbeeld: ‘Hierbij ontvangt u’ in plaats van ‘Hierbij stuur ik u’.
9. Controleer of uw webteksten de juiste sleutelwoorden bevatten waarop mensen u kunnen vinden. Zijn het zoekwoorden die een leek gebruikt om naar uw diensten en/of producten te zoeken of gebruikt u teveel jargon (vaktaal).
10. Controleer of u een ‘vertaling’ van ‘moeilijke’ begrippen geeft als het net anders kan. Zie het voorbeeld bij punt 9.