De achterkant van je boek, de flaptekst, is een verkooppraatje in het kort. Als potentiële lezers je boek van de voorkant naar de flaptekst draaien, heb je precies die paar seconden om hun nieuwsgierigheid te activeren. Dit is vaak het moment waarop besloten wordt of hun verhaal een kans krijgt of dat het boek wordt teruggelegd.
Bij het standaard pocketformaat van 15 bij 22 centimeter heb je vaak niet meer dan 245 woorden om lezers te overtuigen. Meestal gebruik ik tussen de 180 tot 200 woorden voor de verhaalomschrijving en 35 tot 65 woorden om iets over de auteur te schrijven. Elk woord telt, dus verspil ze niet aan vage omschrijvingen of overbodige details. Houd het kort, krachtig en relevant! Kijk maar eens maar de flapteksten van de boeken in je boekenkast.
Vind een niche
Het grote probleem met flapteksten is dat er nog te veel uitgekauwde, clichématige teksten worden gebruikt. In mijn artikel over het vinden van een goede titel voor je boek, gaf ik al aan dat er veel in een zwart gat vallen. Zorg er dan voor dat dit ook niet met de flaptekst gebeurt. De prikkelende vraag is inmiddels zo vaak gebruikt dat lezers er blind voor geworden zijn. “Wat zou jij doen als…” of “Heb je je ooit afgevraagd…” werken niet meer. In plaats daarvan gooi je lezers direct in het diepe. Start met een schokkende bewering: “De helft van alle startups faalt binnen twee jaar – dit boek vertelt waarom de andere helft wél slaagt.” Dit type opening prikkelt nieuwsgierigheid zonder de versleten vraagstructuur. Je kunt ook kiezen voor een concrete statistiek: “Managers verspillen gemiddeld 13,4 uur per week aan nutteloze vergaderingen.” (Ja, het noemen van een gekke statistiek helpt ook aandacht te trekken.) Een andere optie is het benoemen van een specifiek probleem: “Het wervingssysteem van de meeste bedrijven selecteert systematisch de verkeerde kandidaten.”
De grootste valkuil is dat je in je flaptekst te veel informatie weggeeft. Je flaptekst is geen samenvatting maar een lokkertje. Introduceer maximaal drie kernpunten en vertel alleen wat lezers nodig hebben om geïntrigeerd te raken. Vermijd vage omschrijvingen zoals “een inspirerend verhaal over ondernemerschap” – dat zegt niets en prikkelt niemand. Wees concreet en specifiek. Als je een boek schrijft over bijvoorbeeld projectmanagers, neem dat dan op de flaptekst mee. Specificiteit creëert geloofwaardigheid.
Schrijf in je moerstaal
Vermijd Engelse zakelijke terminologie als daar Nederlandse alternatieven voor bestaan. Er bestaat veel kritiek op het overmatig gebruik van Engelse terminologie in Nederlandstalige zakelijke non-fictie. De voornaamste bezwaren zijn een verminderde leesbaarheid en het risico van opschepperij. Het heeft een aantoonbaar effect op de leeservaring en kan leiden tot een lagere beoordeling door lezers en recensenten, vooral als Engelse termen onnodig, onduidelijk of niet ingeburgerd zijn.
Overmatig Engels wordt gezien als storend en gaat ten koste van het Nederlandse taalgevoel. Doe je het toch, dan loop je het risico dat je boek soms als onnatuurlijk of elitair wordt ervaren. Hoewel Engelse vaktaal vaak geaccepteerd wordt in sectoren zoals ICT of management, kan het doorslaan naar algemene tekstirritatie bij een breed lezerspubliek. Als ghostwriter raad ik mijn klanten dan ook aan om Engels alleen te gebruiken als dit ingeburgerd is, geen goed Nederlands alternatief heeft, of noodzakelijk is voor het onderwerp.
De relatie tussen je titel, subtitel en flaptekst moet naadloos zijn. Als je boek “Vergaderen zonder tijdverspilling” heet, moet je flaptekst die efficiëntie-focus doorzetten. Verrassingen zijn mooi, maar verwarring is dodelijk voor de verkoop van je boek.
Geef je lezers een gezicht
Voor de biografie geldt: hoe korter, hoe beter! Vermeld alleen wat je geloofwaardigheid als schrijver ondersteunt. “Dit is mijn eerste boek” voegt niets toe. Beter is: “25 jaar ervaring als HR-directeur bij multinationals” als je over personeelsmanagement schrijft. Een professionele foto helpt, maar kies voor warmte en toegankelijkheid. Stijve pasfoto’s zijn daarvoor niet geschikt. Je lezers willen een menselijk gezicht achter de expertise zien. Een actiefoto is dan misschien beter. Ben je een bekende spreker of trainer? Beeld dat dan af.
Je flaptekst heeft maar één doel: nieuwsgierigheid opwekken. Het hoeft geen academische verhandeling te zijn, maar wel een effectief lokkertje die lezers doet verlangen naar wat tussen de titelpagina en de flaptekst staat.
Het volgend artikel gaat over het bepalen van de inhoud van je zakelijke non-fictie!