De (negatieve) kracht van taal
De domste en talloze keren herhaalde uitspraak over taal vind ik ‘Schelden doet geen pijn.’ In tegendeel, schelden kan grote psychologische pijn veroorzaken en soms erger dan fysiek geweld. In de dagelijkse praktijk horen en zien we daar voorbeelden van. Antisemitische spreekkoren tijdens voetbalwedstrijden, onterechte verdachtmakingen door politici en pestende schoolkinderen gebruiken taal, bewust of onbewust, als ‘vuisten’ in plaats van ‘omhelzingen’.
Ons taalgebruik speelt een essentiële rol in het dagelijks leven en heeft de kracht om relaties te bouwen of te breken, om ons op te tillen of neer te halen. Laat ik in dit artikel met het laatste beginnen; de negatieve effecten van taalgebruik als wapen. De volgende voorbeelden zijn bedoeld om je bewust te maken van de effecten van verkeerd taalgebruik of om je attent te maken op manipulatietaal.
Manipulatietaal
Gaslighting is een communicatietechniek waarbij iemand anders jouw realiteit in twijfel trekt. Het effect daarvan is dat je aan jezelf gaat twijfelen. Dat werkt als volgt: Wanneer iemand stelselmatig ontkent iets gezegd of gedaan te hebben, terwijl jij zeker weet dat het wel zo is. ‘Dat heb ik nooit gezegd’ of ‘Je herinnert het je verkeerd’ zijn uitspraken die hierbij vaak worden gebruikt. Het doel van gaslighting is om macht en controle te krijgen door het slachtoffer onzeker te maken.
Dubbelspraak is het bewust vage of tegenstrijdige uitspraken doen. Bijvoorbeeld: ‘Ik zeg niet dat je ongelijk hebt, maar…’ Hierdoor wordt de ontvanger in verwarring gebracht en kan hij of zij gaan twijfelen aan zijn of haar eigen standpunt. ‘Maar’ is hier een gevaarkijk woord. Het ontkent of ontkracht vaak alles wat daarvoor werd gezegd. ‘Natuurlijk heb je gelijk, maar …….’
Generaliseren is het trekken van een algemene conclusies op basis van een enkel voorval. ‘Je komt altijd te laat’ kan een voorbeeld zijn, ook al is dit misschien slechts een enkele keer gebeurd. Herkenbaar, ook binnen de huiselijke sfeer?
Framing is een techniek waarbij informatie op een bepaalde manier wordt gepresenteerd om de beeldvorming van het publiek te beïnvloeden. ‘De stad heeft besloten om ons allemaal meer te laten betalen voor parkeren, een verhoging van 20%. Dit is weer een voorbeeld van hoe de overheid constant in onze zakken zit en ons geld afneemt. Waarom zouden wij meer moeten betalen terwijl het openbaar vervoer er niet direct beter van wordt?’ In dit voorbeeld ligt de nadruk op de verhoging van de kosten en het idee dat de overheid geld “afpakt”. De toon is negatief en kritisch.
Je kunt ook positief manipuleren via framing. Kijk maar naar dit voorbeeld: ‘De stad maakt een slimme investering voor onze toekomst door de parkeertarieven met 20% te verhogen. Dit extra geld zal direct geïnvesteerd worden in het verbeteren van ons openbaar vervoer, wat zal leiden tot een schonere, efficiëntere en toegankelijkere stad voor ons allemaal.’
Persoonlijke aanvallen worden meestal gebruikt om niet op de inhoud van een discussie in te gaan maar de aandacht daarvoor juiste te verleggen door de persoon aan te vallen. ‘Je bent altijd zo gevoelig,’ kan een manier zijn om iemands gevoelens of argumenten opzij te schuiven.
Beschuldigingen zijn ook een bekende manipulator. ‘Na alles wat ik voor jou heb gedaan, doe je dit?’ is een typisch voorbeeld. Het is een poging om iemand een schuldgevoel aan te praten om, via een ontkenning daarvan, de persoonlijke aanval verder in te zetten.
Valse beloften doen zijn een bekend ‘wapen’ van politici en andere personen met een machtspositie. De manipulator doet beloften of toezeggingen die hij of zij niet van plan is na te komen. ‘Ik zal het nooit meer doen’, ‘Ik beloof dat ik zal veranderen’, of uitspraken als: ‘Als ik president ben zal ik …….’ zijn klassieke voorbeelden als dit patroon zich herhaaldelijk voordoet.
De slachtofferrol wordt door de manipulator gebruikt om sympathie en concessies te krijgen. ‘Jij hebt makkelijk praten, jij hebt niet meegemaakt wat ik heb meegemaakt’ kan een manier zijn om de verantwoordelijkheid voor hun eigen gedrag te ontlopen.
Verdraaiing van feiten, ook wel leugens genoemd worden door een manipulator als feiten gebruikt om zijn of haar argument te ondersteunen. Bewust wordt belangrijke informatie weggelaten. ‘Ik heb het nooit zo bedoeld’ of ‘Je hebt het verkeerd begrepen’ zijn uitspraken die hieronder kunnen vallen.
Het beweren van onbewezen aannames kennen we vanuit de Amerikaanse politiek toen ‘Alternatieve feiten’ werden geïntroduceerd.
Slijmen, (vleierijen), als het geven van overdreven complimenten, wordt gebruikt om de ander gunstig te stemmen en om iemands verdediging te verlagen. ‘Je bent de enige die me echt begrijpt’, kan een manier zijn om exclusiviteit en een speciale band te suggereren. ‘Wat ben je daar toch goed in’, ook al is het tegendeel waar.
Bangmakerij en dreigementen worden gebruikt om te intimideren om controle te krijgen. We kennen dat niet alleen van criminelen! ‘Als je dit doet, dan zul je zien wat er gebeurt’ is een duidelijk voorbeeld.
Bagatelliseren van een zienswijze of discussiepunt is een manier om iemand belachelijk te laten geloven dat iets veel minder erg is, twijfel te zaaien over het belang van een standpunt of probleem. Het zit vaak verborgen in een opmerking als: ‘Ik heb toch maar een grapje gemaakt, je moet niet zo gevoelig zijn’, kan een manier zijn om verantwoordelijkheid te ontlopen en de ander te laten twijfelen aan zijn of haar gevoelens.
Sarcasme is een scherpe en humoristische vorm van communicatie wat vaak wordt gebruikt om iemand of iets in een negatief daglicht te zetten. Mensen die het onderwerp zijn van een sarcastische opmerking kunnen ongemakkelijk worden of niet zeker weten hoe ze moeten reageren. Sommigen kunnen lachen uit ongemak, terwijl anderen het misschien oneens zijn met het gebruik van sarcasme in een professionele setting.
Aandacht
Door de gegeven voorbeelden van taal als wapen te herkennen, kun je jezelf beter wapenen tegen pogingen om je gedrag of denken te beïnvloeden op een manier die niet in jouw belang is. Heb vertrouwen in je eigen waarneming en gevoelens, en stel duidelijke grenzen wanneer dat nodig is.
Er is niets op tegen om daarop assertief te reageren!
Bedenk dat verkeerd woordgebruik kan leiden tot miscommunicatie en misverstanden. Neem bijvoorbeeld het gebruik van sarcasme zonder de juiste lichaamstaal of intonatie; dit kan gemakkelijk verkeerd worden opgevat. Evenzo kan het gebruik van te formele of te informele taal in bepaalde situaties ongepast overkomen en afstand creëren. Het is belangrijk om bewust te zijn van onze woordkeuze en hoe deze kan worden geïnterpreteerd door anderen.
Omdat de taalmedaille meer kanten heeft, ga ik in een volgend artikel in op de ‘zalvende’ en ‘omhelzende’ effecten van positief taalgebruik.