Op dit moment zitten er 188.000 50-plussers zonder werk. Dat is natuurlijk een trieste zaak; zeker als je bedenkt dat het gros graag wil werken. Om het in dienst nemen van 50- plussers te bevorderen kunnen de werkelozen bij het UWV een scholingsvoucher van € 750,00 aanvragen als ze van een werkgever een intentieverklaring kunnen lospeuteren waarin deze verklaart de werkeloze in dienst te willen nemen. In de praktijk blijkt dat de overheid geld overhoudt, want 85% van deze vouchers blijft in de kast stof vergaderen; de vouchers worden nauwelijks gebruikt. Nu is minister Asscher van plan nog meer geld uit te trekken om 55-plussers, die trouwens nog minder kans op plaatsing hebben, via subsidies aan werk te helpen. Ik wil niet cynisch klinken, maar iedere professional op het gebied van outplacement en re-integratie kan vertellen dat dit een loos gebaar is. Het geld kan net zo goed aan een eenmalige uitkering worden besteed. Dan hebben die oudere werkelozen er in ieder geval nog iets aan.
Waarom werkt het niet?
Het is al lang bekend dat werkgevers, de goede niet te na gesproken, oudere werknemers liever kwijt dan rijk zijn vanwege de vermeende hoge loonkosten. Het blijft een hardnekkig misverstand dat ouderen duur zouden zijn, zeker als werkgevers alleen maar naar kosten en niet naar opbrengsten kijken.
Het gros van de oudere werkelozen wil gewoon dolgraag aan de slag, is bereid tot demotie en doorgaans trouwer aan de werkgever dan jongeren die de maatschappelijke ladder nog willen beklimmen. De productie van ouderen ligt niet lager dan die van jongeren, ze zijn niet vaker ziek of afwezig en zij hebben als regel aanzienlijk meer praktijkervaring en praktijkroutine dan jongeren. Ouderen willen niet alleen werken vanwege het salaris, maar ook vanwege het gevoel nog mee te tellen in deze maatschappij en plezier willen beleven aan het sociale netwerk dat een baan vaak met zich meebrengt.
Met welke oplossing komt minister Asscher (of zijn ambtenaren)? Geld om ouderen een sollicitatie- en netwerktraining aan te bieden. Briljant! De 50-plusser solliciteert zich al blauw en krijgt meestal een algemeen omschreven afwijzing omdat je als werkgever strafbaar bent als je zegt:’Sorry, maar u bent veel te oud’. Dat zou leeftijdsdiscriminatie zijn en daar staat een flinke boete op. De trainingen houden volgens mij alleen UWV-ambtenaren bezig. Hard werkende ambtenaren die doorgaans nauwelijks van de zakelijke hoed en de rand weten; laat staan dat ze weten hoe je iets moet trainen dat zich niet laat trainen; netwerken. Ja, ze kunnen wijzen op open coffees en sociale media trainingen, maar het effect daarvan om werk voor ouderen te genereren is verwaarloosbaar en heeft niets met netwerken te maken. Sollicitatietrainingen dan misschien? Waarin moeten ouderen getraind worden? Taalgebruik? Gesprekstechnieken? Solliciteren via sociale media als Linkedin misschien? Ondanks die 1‰, die via een opleidingsvoucher aan werk komt, betekent het dat 99,9% van de oudere werkelozen ’therapeutisch’ wordt beziggehouden met trainingen die niet tot werk leiden. Wat werkt dan wel om het nog steeds stijgende aantal oudere werkelozen terug te dringen?
Oorzaken
Het is belangrijk om eerst de vraag te stellen waarom oudere werkelozen zo’n moeite hebben een baan te bemachtigen. In mijn vorige werk als re-integratieprofessional deed ik ruime ervaring op met de doelgroep en met mijn team kregen we in het midden van de crisis dik 85% aan het werk. Hoe?
In de eerste plaats omdat we ontdekten dat mensen, die hun baan verloren, vaak naar een gelijksoortige baan bleven solliciteren waaruit ze ontslagen werden. Het drong bij de meesten pas (te) laat door dat:
1. de levensfase van hun baan, aangeboden dienst of product was afgelopen,
2. de productie naar lagelonenlanden ging, (Voorbeeld: Philip Morris en andere productiebedrijven)
3. het product niet meer maatschappelijk aanvaardbaar bleek (roken, voedselindustrie.)
4. oude diensten als telefonie en post werden vervangen door digitale versies waardoor minder mankracht nodig was (Voorbeelden: KPN, Post, notariaat)
5. voor hun oude functie diploma’s worden gevraagd die, toen zij gingen werken, nog niet
bestonden en dat hun 25 jarige ervaring kennelijk niet doorslaggevend was. Het door de
overheid ingestelde EVC (Ervaringscertificaat) bleek een wassen neus te zijn om werkgevers te overtuigen dat ervaring gelijk staat aan bepaalde diploma’s,
6. het erop lijkt dat werkgevers diploma’s belangrijker lijken te vinden dan ervaring,
7. project-employment de rol overnam van job-employement dat in de plaats kwam van life-employment van de vijftiger jaren en werknemers te lang op
8. werkgevers er op basis van het voorgaande de voorkeur gaven aan veelal kortlopende contracten om snel op marktwisselingen in te kunnen spelen; een streven dat nu bij wet wordt gedwarsboomd waardoor werkgevers nog huiviger zijn geworden extra personeel aan te trekken; laat staan ouderen.
En om deze trends te doorbreken zou een opleidingsvoucher helpen?
Natuurlijk niet.
Wie heeft mijn kaas gepikt?
Veel van de werkelozen die zich bij mijn re-integratiebedrijf meldden, stopte ik eerst het boek: ‘Wie heeft mijn kaas gepikt’ in handen. Daarin wordt anekdotisch beschreven dat het geen zin heeft om elke dag maar weer naar dezelfde lege schuur te gaan, in de hoop dat daar vroeger of later toch weer kaas te vinden zou zijn. Het leerde de goede verstaander dat er op andere plaatsen en naar andere soorten kaas gezocht moest worden om de honger te kunnen stillen; lees een baan te vinden.
Om de mogelijkheden af te tasten hielp het de meesten veel om via biografisch schrijven achter hun latente werkwensen te komen en de blokkades die daarbij roet in het eten gooide. Mijn eigen carrière is daarvan een mooi praktijkvoorbeeld. Ik wist wat ik wilde worden toen ik 12 was. Nee, geen brandweerman, piloot of vuilnisman. Ik wilde een keuze maken uit de vakken: journalist, docent en/of toneelspeler; allemaal niet commerciële functies. Deze aspiraties werden thuis echter ontmoedigd en werd ik de commerciële richting in geduwd. Toen ik daarin grotendeels mislukte kwam ik in aanraking met het geven van trainingen en dat ging mij heel goed af. Ik ging over het vak schrijven en voor ik het wist had ik 23 boeken op mijn naam staan. Tijdens mijn workshops en trainingen speel ik af en toe toneel. Kortom, ik vond mijn draai toen ik mijn jeugddroom kon navolgen en ben inmiddels ‘full circle’ gekomen.
Via biografisch schrijven ontdekken veel werkelozen vrij snel welke ambities zij vroeger hadden en wat die wensen blokkeerden. Ook komt men er achter dat het streven naar een vaste baan alleen maar een schijnzekerheid geeft en dat het overwinnen van angsten de kansen op een nieuwe toekomst vergroten. De meest moedigen van hen starten op basis daarvan een carrière als zzp’er of ondernemer.
Ondernemers scheppen werk voor anderen. Als dat nou eens een keer tot de beleidsmakers wil doordringen en zij het zelfstandig ondernemerschap als een goed alternatief gaan zien, kan ‘subsidie’ gestopt worden in een gelijke behandeling van zzp’ers qua volksverzekeringen, pensioenregelingen, sociale vangnetten als ziektewet e.d..Zodra daarmee serieus een begin wordt gemaakt via wet en regelgeving voorspel ik een hele snelle daling van de werkeloosheid; niet alleen onder de 50-plussers, maar over de gehele linie!